CDA houdt niet van feedbackcadeautje

  • Berichtcategorie:politiek

Trouw, 8 september 2005 (in verkorte vorm)

Partijvoorzitter schoffeert principes volkspartij

CDA houdt niet van feedbackcadeautje

door Johannes Goossen en Jouke Douwe de Vries

marjavanbijsterveld_nov05Afgelopen week presenteerde oud-CDA-minister, Bert de Vries, het boek ‘Overmoed en onbehagen’. Hierin verwoordt hij zijn kritiek op de huidige koers van het CDA binnen het Kabinet Balkenende II. Als reactie schoffeerde CDA-partijvoorzitter Marja van Bijsterveldt behalve de gevoelens van De Vries en vele andere CDA-leden, ook het wezen van een open volkspartij. Erger nog, de partijvoorzitter schopt terug!

Sinds het aantreden van Kabinet Balkenende II bestaat er zorg bij mensen aan de basis. Het CDA kiest voor een centrumrechtse regering met een neoconservatieve koers. Heel bewust werd de coalitievorming met de PvdA beëindigd omdat het landsbelang zou vragen om een Kabinet dat durft in te grijpen. Stoere en grote woorden. Alsof het CDA de enige partij is die Nederland uit het dal kan halen.

Die grote woorden bezorgden ons vooral een deja-vu gevoel. Hadden we dat niet eerder meegemaakt? Was het niet begin jaren negentig dat het CDA ook zo verzekerd van zichzelf was, dat ze zonder inspraak van leden en betrokkenen de bakens verzette op het wezenlijke terrein van de Solidariteit en Sociale Zekerheid? In 1994 moest het CDA deze arrogante bestuurdershouding met een enorm zetelverlies bekopen.

Toen werd het tijd voor een commissie Gardeniers; die de partij een spiegel heeft voorgehouden. Het ontbrak het CDA aan een sociaal gezicht en aan contact met de achterban. In de 8 jaren oppositie, tijdens de Kabinetten Paars I en II, had het CDA alle tijd om bij zichzelf te rade te gaan, te leren van de fouten in het verleden, meer aan te voelen wat de omgeving wenselijk vindt en bovenal te luisteren naar de achterban.

In de tussentijd is er ook daadwerkelijk veel ten goede verbeterd. De interne partijdemocratie werd onder handen genomen en de huidige partijvoorzitter is zelfs door de leden gekozen. Tevens is begonnen met het structureel horen van deskundigen en leden op speciale ledendebatbijeenkomsten.

Maar dat zijn allemaal van bovenaf opgelegde of voorgestelde activiteiten waarbij de regie veilig in handen van het partijbestuur blijft. Stel je voor dat zelfstandige burgers de eigen verantwoordelijkheid te serieus nemen, dan sta je mooi in je hemd. Het CDA is vooral een fatsoenlijke familiepartij, waarbij in het openbaar niet wordt gepraat over anderen of over foutief beleid. Slechts op besloten bijeenkomsten kan stevig worden gediscussieerd, maar buiten de veilige muren is kritiek bij voorbaat ongewenst. Maar is kritiek, vanuit wie en vanuit waar dan ook gespuid, niet inherent aan een open en transparante (volks)partij zoals het CDA wenst te zijn?

Met het verschijnen van het boek van Bert de Vries heeft het CDA een behoorlijke dosis feedback gekregen. Op managementtrainingen wordt geleerd hoe je ermee om dient te gaan. Bij het ontvangen van feedback is het belangrijk om te luisteren, eerst eens tot tien te tellen, vragen te stellen (bijvoorbeeld naar praktijkvoorbeelden), de kritiek samen te vatten (om na te gaan of je alles goed begrepen hebt), zeggen wat het je doet en, zo mogelijk, wat je ermee gaat doen, maar bovenal moet je de feedbackgever hartelijk bedanken. Met feedback kun je namelijk je voordeel doen. Maar de feedbackontvanger moet zich nooit direct gaan verdedigen, terugkaatsen, ontkennen of de kritiek verklaren.

Op basis van bovenstaande feedbackregels slaat het CDA bij het verschijnen van het boek de plank behoorlijk mis. Zowel premier Balkenende als partijvoorzitter Van Bijsterveldt reageert geprikkeld, ze zeggen zich niet te herkennen in het boek en proberen uit te leggen waarom het boek van De Vries niet strookt met de werkelijkheid (lees: de opvattingen van het Kabinet en dus ook het CDA).

Dat Balkenende vervolgens meteen het kabinetsbeleid verdedigt, is een gemiste kans, maar wel begrijpelijk. Uiteindelijk is hij de exponent van het beleid dat door het boek van De Vries behoorlijk onderuit wordt gehaald. Toch had Balkenende er verstandig aan gedaan om De Vries eerst hartelijk te bedanken voor de gewaagde en zeer onderbouwde kritiek.

Maar dat vervolgens ook CDA-partijvoorzitter hard van leer trekt, is volstrekt ongehoord en vooral onvolwassen gedrag. De Vries geeft vooral kritiek op de koers van het CDA binnen het kabinet en dat is heel iets anders dan dat De Vries het CDA als partij becommentarieerd. De partijvoorzitter maakt allereerst dezelfde fout als de premier door de feedbackgever vooral niet te bedanken, terwijl je als partij zoveel voordeel kunt doen met een dergelijk boek.

Vervolgens schiet de partijvoorzitter in de ontkenning en gaat ze met modder smijten. Het is voor haar onacceptabel dat iemand binnen de CDA-familie de vuile was buiten hangt. Terwijl De Vries intern wel vaker kritische signalen heeft afgegeven. Het optreden van de partijvoorzitter geeft dan ook een tegenstrijdig beeld. Enerzijds moedigt ze het gesprek met de leden aan, om meer te luisteren naar de achterban. Anderzijds wordt een gedegen boekwerk van niet het eerste het beste CDA-lid als bagger naar de prullenmand verwezen. Dat is onacceptabel!

De Vries is helemaal niet uit op zelfverheerlijking of om de partij de voet dwars te zetten. Hij wil heel gewoon een stevige discussie op gang brengen over de koers van het CDA binnen het kabinet. Vooral juist uit liefde voor de christen-democratie. En we mogen aannemen dat de partijvoorzitter ondertussen voldoende haar oor te luister heeft gelegd om te weten dat de kritiek van De Vries niet uit het niets komt. Alleen al de CDA-Basisgroep (leden die moeten rondkomen van een uitkering) geeft regelmatig aan dat het Kabinet volstrekt voorbij gaat aan de problemen van de mensen die al jarenlang in een uitkeringssituatie verkeren.

Het CDA binnen het Kabinet vindt het volstrekt normaal dat iedereen in eerste instantie vooral zichzelf moet kunnen redden of terug moet kunnen vallen op een sociaal netwerk. Ondertussen bewijzen de cijfers over de werkdruk onder mantelzorgers het tegendeel. Daar komt nog eens bij dat lang niet iedereen de eigen verantwoordelijkheid aan kan. Met alle gevolgen van dien.

Blijft de vraag waarom de partijvoorzitter na de feedback van De Vries meteen van zich afblaast en de indruk wekt alsof zij het kabinetsbeleid dient te verdedigen? Niets is namelijk minder waar. Het CDA is een partij die zichzelf Christelijk Sociaal noemt en die een volkspartij wenst te zijn. Dat vraagt een open houding en een laagdrempelige discussiecultuur.

Het moet niet uitmaken of goedbedoelde feedback via de formele of informele wegen op de politieke agenda komen. Het gaat namelijk slechts om de uitkomst: Hoe laat het CDA zien dat ze daadwerkelijk kennis heeft van de solidariteit op de werkvloer? En dat ze weet heeft van concrete feiten zoals de uitwerking van de Wet Werk en Bijstand en de toekomstige wet Wet Maatschappelijke Ondersteuning? Waarom zou je je als partij tot het uiterste opofferen aan een coalitie, terwijl de menselijke maat steeds meer onder druk komt te staan?

De Vries wenst met z’n boek een bijdrage te leveren aan een partijdiscussie over de huidige neoliberale koers van het Kabinet en de rol van het CDA daarin. Zoals hij dat ook in z’n boek schrijft, staat De Vries daarin niet alleen. Behalve de genoemde Basisgroep zijn ook vele andere groepen in de samenleving ongelukkig met de koers die het CDA momenteel vaart. Het is nooit te laat om van koers te wijzigen, maar waarom moeten we daarover zo moeilijk doen? Het getal van de macht en de gehechtheid aan het pluche moeten van ondergeschikt belang blijven, zeker bij een partij die zegt vanuit Christelijk perspectief te handelen.

Het CDA moet duidelijkheid verschaffen over het wel of niet conservatief en daar consequenties aan verbinden. Nu is het vlees noch vis. Het Nieuw Collectief neemt deze gelegenheid te baat om het CDA kritisch onder de loep te nemen en nieuwe voorstellen te toetsen aan het aloude adagium ‘een schild voor de zwakken’. De gewenste discussie zal er komen, met of zonder medewerking van de partijvoorzitter.

Johannes Goossen en Jouke Douwe de Vries zijn initiatiefnemers van het Nieuw Collectief (voorheen Christelijk Sociaal Platform binnen de Christen-Democratie) en zijn beide actief CDA-lid.
Johannes is tevens voorzitter van de Cliëntenraad Sociale Zaken gemeente Duiven.